[ Omhoog ]
| | Algemene leerdoelen
Deze inzichten moeten op basisniveau worden toegepast.
- Inzicht in persoonlijke ontwikkeling als basis voor het functioneren als haptotherapeut;
- Inzicht in persoonsgebonden mogelijkheden en beperkingen in mijn functioneren als haptotherapeut en het formuleren van mijn ontwikkeling tot haptotherapeut op grand van persoonlijke leervragen.
- Benoemen doel en kerntaken van het beroep van haptotherapeut en relatie tot eigen beroepsbeeld;
- Motivatie keuze voor het beroep van haptotherapeut in relatie tot mijn persoonlijke ontwikkeling, loopbaanperspectief en mensvisie;
- Inzicht hebben in de betekenis, kosten en baten van een haptotherapeutisch leerproces voor ‘de’ cliënt;
- Inzicht op de haptonomische visie op het leven, mens, maatschappij, menselijke ontwikkeling, ziekte en gezondheid en haptotherapeutische begeleiding;
- Aangeven welke betekenis en consequenties deze visies hebben op mijn persoon en huidig beroepsmatig handelen;
- Benoemen wat ik aan- en af wil leren in mijn persoonlijk en beroepsmatig handelen om het te baseren op de haptonomische visies;
- Verklaren van ervaringsgerichte wijze waarop de mens bewegingspatronen aanleert en bewust zijn van eigen wijze van bewegen en waarneming van bewegingspatronen van de ander;
- Inzicht in de functie, beleving en uiting van nabijheid en afstand, ook in relatie tot mijzelf.
- Beschrijven van begrippen aan-, in-, en doorvoelen in relatie tot vitale beweging en vitale ruimte en beschrijven vanuit mijn eigen (fysieke) ervaring;
- De basisgegevens van het ontwikkelingsschema (het
OWS) volgens A.J. van Minnen uit te leggen;
- Inzicht in begrippen: vitale ruimte, vitale beweging en vitale balans, ook in relatie tot mijn persoonlijke ontwikkeling en zijnswijze;
- Aangeven van de essentie en het doel van de haptonomische benaderingswijze;
- Beschrijven wat volgens mij de essentie is van het haptonomisch benaderd worden;
- Inzicht in het begrip ‘wisselwerking’, ook in relatie tot bewegingspatronen binnen de vitale ruimte. Wat is de betekenis ervan in theorie als in de praktijk voor mijzelf?
- Inzicht in de begrippen: naderen, zelfbewegen en zelf bewogen worden, kenbaar maken, betrekken en betrokken worden, deelhebben, deelnemen en
deelgeven, hechten en verbinden. Toepassen van dit inzicht in de benadering van medestudenten;
- Aangeven welke effecten de haptonomische benaderingswijze op mij heeft en welke betekenis ik hieraan verleen;
- In kunnen schatten welke effecten mijn wijze van nadering heeft op medestudenten.
|